Elke week schrijft Inner Health Expert Mabel van den Dungen een column over haar eigen leven.

‘Ik ben vijf kilo aangekomen!’.
Laura ziet er inderdaad iets pafferiger uit dan normaal maar volgens mij ligt het voornamelijk aan haar griepje.

‘Hatsjoe!!!’,

‘Gezondheid’, zeg ik glimlachend.

‘Ik word toch gewoon dunner als ik minder eet’, zegt ze overtuigd van haar eigen gelijk. Maar helaas werkt die logica niet. De meeste diëten zorgen voor een tragere stofwisseling. Je stofwisseling gaat volledig plat als je drie dagen helemaal niets eet. Maar door structureel minder calorieën tot je te nemen, verbrand je in rust óók minder calorieën. Als je echt over lange termijn behoorlijk resultaat wilt behalen moet je dus goed blijven eten. Doe je dat niet dan gaat je lichaam wanhopig vet vasthouden door de hoeveelheid spiermassa te verminderen en vet op te slaan als een appeltje voor de dorst. Je creëert een tegengesteld resultaat en ondertussen barst je van de honger. Dat levert je vervolgens weer zo veel stress op dat je cortisol aanmaakt. En ja hoor, cortisol zorgt weer voor extra vetopslag rond je buik.

‘Grrr, ik eet helemaal niets en ik val niet af’, roept ze zwaar gefrustreerd. ‘Volgens mij werkt jouw methode niet!’, zegt Laura. Oké nu moet ik haar toch wel even uitleggen hoe het echt zit.

‘Nou mijn methode werkt wel maar dan moet je doen wat ik zeg: eten, eten, eten en nog eens eten. Ook al klinkt het voor jou nog zo onlogisch! Trust me, ik ben het levende bewijs. Ik lul echt niet uit mijn nek.

Ik ben 50 jaar en in januari 2014 had ik 16 procent lichaamsvet. Ik ben overigens niet het hele jaar strak, droog met 16 procent lichaamsvet hoor. Mijn vetpercentage fluctueert ook. Soms zit ik wat hoger tegen de 20 aan en soms zit ik wat lager. Ik volg mijn lichaam daar eerder in dan dat ik mijzelf een getal opleg’.

En denk nou niet dat ik nooit een Snickers in mijn mond stop of over water kan lopen. Ik heb ook mijn offdays en visioenen van kaasfondue. Alleen geef ik mijzelf slechts af en toe de ruimte om helemaal uit mijn bol te gaan. Maar meestal ben ik daarna zo misselijk dat ik snel weer in het gareel schiet.

Ik weet namelijk heel goed hoe het is om dik te zijn, weinig spieren te hebben en mijn tenen niet te kan zien omdat mijn buik er voor hangt. Ik ben in mijn leven verschillende keren ontzettend zwaar geweest. Ik weeg nu 59 kilo bij een lengte van 168 cm en op mijn zwaarst was ik 87 kilo. Van zwanger tot liefdesverdriet, van puber tot eenzaamheid. Gelukkig weet ik nu hoe ik de weg van het midden kan bewandelen zonder dat ik als een wip van het ene uiterste naar het andere uiterste te klap als er een emotionele crisis zich aandient.

‘Het allereerste wat ik wil is dat jij je motortje harder laat lopen. Je komt mijn praktijk binnen als een ingedeukte lichtgroene Fiat Panda en het is mijn bedoeling dat je er weer uitrijdt als een glimmende rode Ferrari! Dat lukt alleen als je veel eiwitten en ander hoogwaardig gezond voedsel eet. Daarnaast braaf je supplementen slikt, veel groente eet, veel water drinkt en zo zwaar je spieren traint dat je haar in de war zit en je make-up uitloopt. Dus zweten, zuchten, puffen en achteraf veel spierpijn. Heb je dat niet? Dan heb je een schop onder je luie kont nodig! Ga maar vast voorover staan’. zeg ik tegen Laura.

Ze heeft de laatste twintig minuten niets meer teruggezegd en mij een beetje verschrikt aangekeken. Tja, dan moet je maar niet tegen mij beginnen dat het niet werkt.

En nog even voor alle duidelijkheid: Het ideale vetpercentage bestaat niet. Daarvoor spelen te veel factoren mee. Het is dus persoonlijk. En dat leg ik uitgebreid uit in mijn E-book De vetfluisteraar. Ik denk dat Lautje dat nog maar een keer moet lezen!

Mabels ideale vetpercentage voor vrouwen
Zeer gezond 13 17
Gezond 17 20
Gemiddeld 20 24
Ongezond 25 27
Zeer ongezond 30 31

Mabel van den Dungen | schrijfster en Inner Health Expert

info@mabelvandendungen.nl

www.mabelvandendungen.nl

 

 

 

 

Disclaimer: Dit artikel is informatief bedoeld. Het is geen vervanging van medische diensten en informatie. Raadpleeg bij twijfel en medicijngebruik altijd een huisarts of behandelend arts.